Bouwbesluit Online 2012


6.10. Besluit inzake wijziging va het Bouwbesluit inzake aanscherping epc voor de utiliteitsbouw, Stb. 2002, 518

Niveau van grenswaarden De uiteindelijk bepaalde grenswaarden zijn tot stand gekomen op basis van een met de relevante maatschappelijke partijen overeengekomen onderzoeksmethodiek. Uitgangspunten bij het vaststellen van de hoogte van deze grenswaarden waren de kosten en baten, de CO2-reducerende effecten en de effecten op het binnenmilieu van een aanscherping. Resultaten van deze onderzoeken zijn vastgelegd in het rapport: “Aanscherping van de EPC-eisen voor nieuwe utiliteitsgebouwen” van Novem uit maart 2001. Ten behoeve van de aanscherping van de grenswaarden voor gebruiksfuncties is vervolgens onderzoek uitgevoerd naar de bedrijfseffecten, de consumenteneffecten, de milieueffecten en de effecten op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de regelgeving. Deze effecten zijn neergelegd in de rapportage “Regeleffecttoets voor de aanscherping van de EPC van nieuwbouw” van DHV uit juli 2001.

6.10.1.Bedrijfseffecten

Aanscherping van de prestatie-eisen bij de utiliteitsbouw zal naar verwachting leiden tot een toename in de toepassing van maatregelen als:

  • verhoogde isolatiewaarden (dikkere isolatielagen met als gevolg een groter bebouwd oppervlak en een iets bredere schil en grotere dakrand);
  • Hoogrendement++-glas;
  • Hoogfrequent++-verlichting met lager geïnstalleerd vermogen per m2 vloeroppervlak;
  • hogere rendementen van warmteopwekking door bijvoorbeeld het meer toepassen van lage temperatuurverwarmingssystemen (met grotere radiatoren en/of vloer- en wandverwarmings-systemen) of toepassing van warmte/koudeopslag in de bodem (met grotere technische ruimten dan traditioneel);
  • zonne-energiesystemen (m.n. zonnecollectoren); en
  • warmtepompen.

De technische wijzigingen leiden tot een beperkte omzetstijging bij de toeleveranciers van betreffende maatregelen. Toepassing van ‘nieuwe’ maatregelen (voorbeelden: warmtepompen, laagthermische verwarmingsystemen en toepassing zonnecollectoren) vragen van de betrokken marktpartijen nieuwe kennis, gewijzigde inzichten en meer alertheid tijdens alle fasen van het ontwerp- en bouwproces. Verder zal het introduceren van nieuwe technologieën tot verhoogde onderhoudsinspanningen leiden als gevolg van mogelijke kinderziektes en kennistekorten.

6.10.2.Consumenteneffecten

Met geringe meerkosten (initiële meerinvesteringen bedragen gemiddeld ca. € 12,-/m2 bruto-vloeroppervlakte, hetgeen indicatief overeenkomt met ongeveer € 180,- per minder uitgestoten ton CO2) is een besparingspercentage haalbaar van gemiddeld ca. 7% (variërend van 3% tot 18%); dit met gebruikmaking van uitsluitend algemeen toegepaste technieken. Een verdere aanscherping heeft daarnaast in het algemeen een gunstige invloed op het binnenklimaat als gevolg van het frequenter toepassen van alternatieve verlichtingssystemen en laag thermische verwarmingssystemen. Extra voorlichting is nodig om bepaalde risicofactoren te beperken, zoals warmteterugwinning met gebruikmaking van warmtewielen, te hoge percentages recirculatielucht in het ventilatiesysteem, toepassing van (te) lage glaspercentages en/of lichtniveaus.

6.10.3.Milieueffecten

De jaarlijkse CO2-reductie die bereikt kan worden als gevolg van de aanscherping betreft 0,01 Mton, en neemt bij gelijkblijvende bouwproductie elk jaar lineair toe. Hiermee wordt een bijdrage aan het behalen van de reductietaakstelling op grond van het verdrag van Kyoto geleverd van ongeveer 8%. Onderzoek wijst uit dat de positieve milieueffecten als gevolg van de CO2-reductie ruimschoots opwegen tegen de hogere milieubelasting door het gewijzigde materiaalgebruik.

6.10.4.Effecten op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Onderzoek in een aantal gemeenten wijst uit dat de toepassing van nieuwe maatregelen en technieken in bepaalde gevallen aanvullende kennis vergt, en tot extra controles op haalbaarheid en belemmeringen aanleiding geeft (onderzoek DGMR, 2000). Door VROM en de VNG is een verbetertraject voor de handhaving van de bouwregelgeving ingezet, waarin aandacht aan deze problematiek zal worden besteed. In dit verband wordt overigens ook opgemerkt dat de administratieve lasten als gevolg van aanscherping te verwaarlozen zijn. Voor het overige zijn voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid geen consequenties van de wijziging te verwachten (kamerstukken II 2001/2002, 28 325, nr. 1, blz. 23-30).

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties