Bouwbesluit Online 2012


Artikel 2.167.

Het doel van dit artikel is te bewerkstelligen dat mensen op hun vlucht vanuit een ruimte naar buiten binnen het gebouw niet worden belemmerd door bouwkundige obstakels op de vluchtroute. Daartoe bepaalt het eerste lid dat de uitgang van een rookcompartiment, in feite de plaats waar de vluchtroute begint, en verder alle vrije doorgangen van te passeren ruimten en deuren een minimale breedte en hoogte moeten hebben. De minimum breedte van een doorgang is gelijkgesteld aan de in artikel 4.11 opgenomen vrije doorgang van 0,85 m. Met een vrije doorgang van 0,85 m in plaats van de (sinds zeer lange tijd gangbare) 0,6 m kan er ook door mensen met een functiebeperking sneller worden gevlucht. Dit is een niet houdbaar motief omdat deze mensen niet zelfstandig kunnen vluchten en vluchten over een spiltrap gelukkig nog altijd is toegestaan. De doorstroomsnelheid is bij een bredere uitgang aanzienlijk groter en dientengevolge de kans op een opstopping aanzienlijk kleiner.Dit is een niet houdbaar motief; onderzoek heeft laten zien dat het moet gaan om veelvouden van 60 cm, zodat het argument van opstoppingen een niet houdbaar gelegenheidsargument is. Het eerste lid bepaalt de minimum hoogte op 2,3 m. De hoogte is daarmee in overeenstemming met de grenswaarden in de gewijzigde tabel 4.10. Tot dusverre heeft een hoogte van 1,9 m volstaan en er is geen motief voorhanden die deze verzwaring van de minimumeis rechtvaardigt.

In het tweede lid is zekergesteld dat een ziekenhuisbed met toebehoren kan worden geëvacueerd. De maten van het blok zijn afgestemd op een regulier ziekenhuisbed met toebehoren. Ook hiervoor geldt een minimum hoogte van 2,3 m. Het voorschrift over de vrije doorgang van een verkeersruimte leidt bij loodrecht op elkaar staande gangen tot het volgende:

gang 1 (loodrecht op gang 2) gang 2 (loodrecht op gang 1)
1,1 m 2,3 m
1,4 m 1,9 m
1,6 m 1,6 m

Tabel 2: Afmetingen van haakse hoeken van verkeersroutes in de gezondheidszorg

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties