Bouwbesluit Online 2012


Artikel 2.211.

Het doel van dit artikel is tegen te gaan dat onbevoegden op eenvoudige wijze een woongebouw, met name de gemeenschappelijke ruimten waardoor een verkeersroute voert, kunnen binnenkomen. Op grond van het eerste lid moet elke toegang van een woongebouw zijn voorzien van een deur die uit zichzelf in het slot te valt, bij voorbeeld door middel van een dranger. Dit dient ertoe om te voorkomen dat bewoners van de in het gebouw gelegen woningen die deur al te gemakkelijk laten openstaan. Verder moet zo’n toegangsdeur zijn voorzien van een slot. Voor het openen van de deur is een sleutel nodig, waaronder tevens valt te verstaan een magnetische codekaart waarmee de toegangsdeur kan worden geopend.

Zonder voorzieningen om vanuit de woningen te kunnen waarnemen of er bezoekers zijn, met hen te spreken en hen desgewenst binnen te laten, bestaat de kans dat bewoners bewust de toegangsdeur laten openstaan. Om dit te voorkomen bevat het tweede lid eisen omtrent de aanwezigheid van een deuropener, bel en spreekinstallatie. Deze voorzieningen hebben slechts zin als ze kunnen worden bediend vanuit de woning. Daarbij zijn in de gevolgde systematiek van het stellen van eisen deuropener, bel en spreekinstallatie gemeenschappelijke voorzieningen die onderdeel vormen van elke daarop aangewezen woonfunctie. Het is daarbij voldoende als de bel in slechts één verblijfsgebied kan worden waargenomen. De deuropener en de spreekinstallatie behoeven ook slechts vanuit één ruimte te kunnen worden bediend.

Uw gekozen filters:

Type

Gebruiksfuncties