Artikel 4.30
1.
Een bestaand bouwwerk heeft een of meer verblijfsruimten die zodanig zijn dat daarin de voor de gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten kunnen plaatsvinden.
2.
Voorzover voor een gebruiksfunctie in tabel 4.30 voorschriften zijn aangewezen, wordt voor die gebruiksfunctie aan de in het eerste lid gestelde eisen voldaan door toepassing van die voorschriften.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op de gebruiksfuncties waarvoor in tabel 4.30 geen voorschrift is aangewezen.
Uw gekozen filters: