4.
Bij de aanvraag tot aanwijzing als certificerende instelling toont de aanvrager aan dat deze:
-
a.
rechtspersoonlijkheid heeft;
-
b.
onafhankelijk is van de door haar beoordeelde organisaties, processen, diensten of producten;
-
c.
beschikt over voldoende kennis, deskundigheid en toerusting om de uitvoering van de taken naar behoren te vervullen;
-
d.
beschikt over een adequate administratie waarin de gegevens die betrekking hebben op de uitvoering van haar taken, op een systematische wijze zijn vastgelegd;
-
e.
verzekerd is tegen wettelijke aansprakelijkheid voor risico’s die voortvloeien uit de uitoefening van haar taken;
-
f.
beschikt over een adequate klachtenregeling;
-
g.
in staat is te beslissen op bezwaarschriften; en
-
h.
in staat is te voldoen aan rapportage- en informatieverplichtingen op grond van dit besluit.